Hoe kun je je vetpercentage meten?
Als je wilt weten of jij een gezond gewicht hebt, dan kun je dat op verschillende manieren meten. Eén ervan is het meten van je vetpercentage. Hoe doe je dat en hoe weet je of jij een gezond vetpercentage hebt? Lees het in dit artikel.
Hoe kun je je vetpercentage meten?
Vetpercentage kun je op meerdere manieren meten:
- Huidplooimeting. Vaak wordt gebruik gemaakt van de huidplooimeting. Bij een huidplooimeting wordt op meerdere plaatsen op het lichaam de dikte van de vetlaag gemeten. Hierdoor kan een vrij nauwkeurige berekening gemaakt van de totale vetmassa van je lichaam. Het vet wordt op minimaal vier plaatsen gemeten met een huidplooitang. Die meetpunten zijn de biceps, de triceps, onder je schouderblad en vlak boven je bovenbeen.
De huidplooimeting is een betrouwbare methode voor het meten van je vetpercentage.
- Impedantiemeting (Elektrodiagnose). Met de impedantiemeting wordt een heel zwakke elektrische lading via je enkel naar de pols geladen. De computer berekent dan hoeveel tijd daarvoor nodig is. Spieren bevatten namelijk meer water dan vet en daarom zal het stroompje beter geleid worden en is de tijd korter dan bij vet. Deze manier van vet meten is iets minder nauwkeurig omdat de vochthuishouding van je lichaam ook meespeelt.
Is jouw vetpercentage gezond?
Mannen hebben van nature een lager vetpercentage dan vrouwen. Kijk in onderstaande tabel of jij een gezond vetpercentage hebt:
Vetpercentage vrouwen
- te laag: <21% vet
- normaal: 21 % – 33% vet
- te hoog: >33% vet
Vetpercentage mannen
- te laag: <8% vet
- normaal: 8% – 20% vet
- te hoog: >20% vet